Geo- en Milieucentrum (GUZ)
Met gepaste trots presenteert KAAN Architecten haar eerste Duitse project, het Geo- en Milieucentrum (GUZ). Het gebouw is een geavanceerde faciliteit voor interdisciplinair onderzoek naar milieuproblematiek, met een focus op water, bodem en atmosfeer. Door haar prominente ligging wordt het wetenschappelijk belang van het programma onderstreept en vormt het gebouw een aanvulling op het stedenbouwkundige plan van de campus.
De Morgenstelle Campus is onderdeel van de Eberhard Karls University en is gelegen op een heuvel met uitzicht op de vallei en de stad Tübingen. De campus, oorspronkelijk ontworpen in de jaren zestig, wordt momenteel uitgebreid naar het stedenbouwkundige concept van Harris + Kurrle Architekten, met vier nieuwe gebouwen rond een centraal plein. Het Geo- en Milieucentrum maakt deel uit van deze uitbreiding naar het zuiden en brengt de voorheen verspreide afdelingen van de faculteit Aardwetenschappen en het Instituut voor Grondwater samen. De nieuwe faciliteit heeft als doel de uitwisseling te stimuleren tussen de verschillende afdelingen in het gebouw en andere natuurwetenschappelijke faculteiten in de omgeving.
Gedeeltelijk verzonken in het heuvelachtige terrein vormt het gebouw een lage, langwerpige structuur verdeeld over zes verdiepingen. Het gebouw heeft een afmeting van 100 bij 50 meter. Binnen dit volume zijn twee binnenplaatsen aangelegd, elk op een eigen niveau als gevolg van het geaccidenteerde terrein. De zuidkant van het gebouw opent zich naar de stad Tübingen en vormt het gezicht van Morgenstelle Campus, terwijl de noordgevel een duidelijke ruimtelijke begrenzing van het campusplein creëert. Hier bevindt zich ook de hoofdingang van het gebouw.
Het Geo- en Milieucentrum combineert openbare onderwijs- en studiegebieden met gespecialiseerde onderzoeks- en werkruimtes. Gemeenschappelijke voorzieningen als het auditorium en de collegezalen zijn aan de noordzijde gesitueerd voor een goede bereikbaarheid vanaf het campusplein, en door de open gehouden noordgevel is de dubbelhoge ontvangsthal goed zichtbaar. Laboratoria en werkplaatsen zijn op het oosten gericht, en kantoren en werkplekken op het westen en zuiden.
De dialoog met de gebouwde omgeving is gezocht door dezelfde robuuste materialen te gebruiken. De notenhouten detaillering van het interieur zorgt voor een warm contrast hiermee. In en rondom de entreehal bevinden zich werkplekken voor studenten, die hiermee ontmoeting en interactie in het hart van het gebouw brengen. Een vrijstaande sculpturale trap tussen de verdiepingen leidt de blik naar de hogere verdiepingen, waar open galerijen dieper het gebouw in leiden.
Het ‘geheim’ van de hal is de precaire kunst am bau van de lokale kunstenaar Martin Bruno Schmid. Zijn kunstwerk stelt de statica van het gebouw ter discussie door de zeven-en-een-halve meter lange draagkolommen over de hoogte te splijten en zo hun interieur te onthullen. De constructie wordt letterlijk tot de grens van haar draagvermogen uitgedaagd.
De laboratoria en werkplaatsen zijn in twee compacte blokken aan de oostzijde van het gebouw gesitueerd, om zo te voldoen aan de eisen van een efficiënte indeling en flexibiliteit. Ze zijn verdeeld over alle zes verdiepingen volgens het principe 'van grof naar fijn', te beginnen met de werkplaatsen voor steenvoorbereiding op het laagste niveau en de cleanrooms bovenin.
Van veraf beschouwd is het gebouw een blok steen, met diepe snedes die een glazen volume onthullen. Van dichtbij wordt duidelijk dat de gevel in horizontale banden gewikkeld is die aansluiten bij het karakter van bestaande gebouwen op de campus. De schijnbaar massieve banden, met een hoogte en diepte van 2 meter, zijn holle constructies bekleed met geprefabriceerde betonnen elementen en roosters, waardoor ventilatie en onderhoud mogelijk zijn. De banden zorgen ook voor zonwering en lichtregeling, zodat buitenzonwering overbodig is. Het gespecialiseerde programma van het gebouw wordt zodoende ‘in de etalage’ geplaatst, met name ’s avonds wanneer de banden van binnenuit verlicht worden en een duidelijk visueel stempel op de campus achterlaten. Door de dwarswanden van de gevelbanden los te houden van de kozijnen konden deze doorlopend uitgevoerd worden om de lange, ononderbroken uitzichten extra te benadrukken. Daarnaast zorgen deze betonnen vinnen voor een flexibel indeelbare plattegrond voor toekomstige wijzigingen.
Kantoren en vergaderruimten zijn langs de noord-, west- en zuidgevel gesitueerd. Zij omsluiten de twee binnenplaatsen en zijn via inpandige gangen met elkaar verbonden. De binnengevels zijn met natuursteen bekleed en hebben vensters in een regelmatig ritme, die refereren aan het historische centrum van Tübingen waar zich voorheen de kantoren bevonden. Waar de ruimtes aan de buitengevels zicht bieden op een uitgestrekt landschap, bieden die langs de binnenplaatsen zo zicht op een vertrouwde, huiselijke omgeving.
Haaks tussen de twee binnenplaatsen bevindt zich de as tussen laboratoria en kantoren. Hier bevinden zich alle gemeenschappelijke ruimtes die van belang zijn in het dagelijks gebruik. Het vormt zo een ruimtelijke oriëntatiepunt tussen de patio’s en het functionele en sociale hart voor de GUZ-medewerkers en studenten. De zuidelijke binnenplaats is meer beschut en intiem, en biedt uitzicht over het omringende terrein. De noordelijke binnenplaats kijkt juist uit over de entreehal en zoekt zo verbinding met het campusplein. "Hoewel opgedragen aan de aarde, is het een gebouw voor mensen gebaseerd op eenvoudige toegang, zichtbaarheid en communicatie", besluit prof. Dikkie Scipio, mede-oprichter van KAAN Architecten.
Het Geo- en Milieucentrum in Tübingen draagt bij aan de portfolio van gebouwen voor kennis en wetenschap ontworpen door KAAN Architecten, waaronder het Instituut voor Moleculaire Wetenschappen voor de Paris-Saclay University in Frankrijk en het recente Education Center van de Rijksuniversiteit Groningen. GUZ is hun eerste gerealiseerde project in Duitsland en zal binnenkort worden gevolgd door het iCampus kantorencomplex in de wijk Werksviertel in München.
Oplevering | 2020 |
Opdrachtgever | Land Baden-Württemberg, represented by Vermögen und Bau Baden-Württemberg, Amt Tübingen |
Fotograaf | Brigida Gonzalez |